'Had je man het echt niet door?'
'Had je man het echt niet door?', vragen mensen mij vaak. Die vraag begrijp ik wel. Het antwoord is nee. Echt niet, vraag het hem zelf maar. Ik verborg mijn alcoholverslaving voor iedereen, maar zeker voor mijn man. Gelukkig kwam daar verandering in en ben ik niet meer afhankelijk van wijn om de dag door te komen. Lees hier mijn verhaal.
Terug naar mijn grote liefde. Want dat is hij. Al heel lang!
Ik heb een bladzijde uit mijn dagboek bewaard van toen ik een jaar of 12 was. En, geloof het, of niet, daar staat de naam van mijn huidige echtgenoot op. Met heel veel hartjes. Niet dat dat in die tijd erg hoopgevend was, aangezien hij al 19 was en dus bijna 7 jaar ouder dan ik. Bovendien overhoorde hij het jaar daarvoor nog mijn versje op de zondagsschool, waar hij als 'hulpmeester' en organist aanwezig was. Maar toch...het staat er.
In de dagboeken die volgen, komt zijn naam regelmatig terug. 'Die leuke jongen uit de kerk, die altijd zo vriendelijk gedag zegt', noemde mijn moeder hem. Diep in mijn hart bleef ik dromen, hoewel er ook wel andere namen met hartjes in mijn dagboek verschenen. Maar heel veel meer dan dat werd het niet. Ooit was er een jongen op zomerkamp (ik was 16), die mij veel leuker vond, dan ik hem. Hij kwam zelfs later nog langs (na drie uren reizen) om de kampkrant bij me te brengen. Tevergeefs.
BJ, mijn droomman, was inmiddels enkele vriendinnen verder en verhuisde voor zijn werk naar Woudenberg. Ik ging voor mijn opleiding in Gouda op kamers wonen. Tijdens de weekenden waren we allebei bij onze ouders thuis en zo kwamen we na een tijdje in dezelfde vriendengroep terecht. Daar begon het. Mijn droom kwam uit!
'Jij hebt veel te hard om mij gebeden', moet BJ af en toe nog even zeggen. En daarin heeft-ie misschien best wel een beetje gelijk.
Na anderhalf jaar trouwden we, ik was toen 21. Best jong, als ik er nu op terugkijk. We gingen in Alblasserdam wonen vanwege ons werk en daar werd drie jaar later Lotte geboren. Toch bleven de roots trekken en na vier jaar Alblasserdam zochten we 'het eiland' weer op. In die tijd begon de wijn op kousenvoeten mijn leven binnen te sluipen. Ik hield enorm van koken (nog trouwens) en volgens het plaatje dat ik in mijn hoofd had, hoorde daar wijn bij. Daarover schreef ik al eens eerder deze blogpost. Niet dat ik heel veel dronk. Alleen als BJ voor zijn werk een nachtje weg was, nam ik een glaasje extra om te kunnen slapen.
Tijdens mijn zwangerschappen heb ik nooit gedronken. Zodra er een positieve test was, ging de knop om. Maar wel met de gedachte dat het straks 'weer kon'. De wijn had dus toen al grip op mij. Ik was er in mijn hoofd vaak mee bezig. BJ dronk af en toe een wijntje mee voor de gezelligheid, maar verder speelde de alcohol nog geen hele grote rol in ons leven. De laatste 10 jaren nam mijn gebruik toe, met name na de geboorte van onze jongste. Ik werkte inmiddels niet meer in het onderwijs en runde volledig het gezin, zodat BJ zich op zijn eigen bedrijf kon storten. Dat was druk. Hij maakte lange dagen en was thuis ook bijna altijd aan het werk. Ik regelde de gezinsdingen, zodat hij zich daar niet druk om hoefde te maken. In die tijd werd de wijn mijn beste vriend. De vele prikkels van de kinderen, BJ die lange dagen maakte en met zijn hoofd altijd bij zijn werk zat, het vele geregel van afspraken en verplichtingen kon ik nauwelijks aan. Onzekerheid en een laag gevoel van eigenwaarde begonnen steeds meer op te spelen. Het roesje van de alcohol tilde mij boven die gevoelens uit en maakt mijn hoofd rustig.
Voor de buitenwereld was er niets aan de hand. We waren een gewoon gezin en hadden het goed. BJ merkte er weinig van dat ik steeds vaker aan de wijn zat. Dat kwam omdat hij weinig thuis was, maar ook door mijn eigen slinksheid. Ik zorgde er wel voor dat hij geen argwaan kreeg. Natuurlijk wist ik zelf maar al te goed dat ik verkeerd bezig was. En ik wilde heus wel stoppen, maar ik kon het niet. Ik stond machteloos tegenover de alcohol. Daarover voelde ik me schuldig. Maar nog veel schuldiger voelde ik me over het feit dat ik niet eerlijk was tegen mijn man. Oké, hij had het razend druk en was erg vaak afwezig (al dan niet fysiek), wat ik niet leuk vond, maar dit verdiende hij niet.
Eindelijk zette God mij stil en moest ik mijn verslaving aan het licht brengen, om te beginnen bij mijn man. Die biecht ging moeizaam en stukje bij beetje. Bij BJ vielen er heel veel kwartjes. Waarom er zoveel werd uitgegeven aan boodschappen bijvoorbeeld. En waarom ik zo vaak chagrijnig was of dingen vergat. Zijn reactie, die ik vreesde, was goud: geen veroordeling, maar volledige bereidheid om mij te helpen in het proces dat ik inging. Een stukje daarvan hebben we ook samen gedaan. Ik leerde dat er dingen uit het verleden waren die ik onder ogen moest zien en een plekje moest geven. En door een lichte vorm van autisme, die werd vastgesteld, is mijn prikkelgevoeligheid en de energie die sociaal contact kost, opeens verklaarbaar geworden.
We waren al een sterk team en zijn hierdoor alleen maar sterker geworden. We nemen meer tijd voor elkaar en het gezin. En ik ben eerlijk over mijn gedachten en gevoelens, want ik wil nooit meer leven met zo'n groot geheim.
Ik ben zó dankbaar voor deze man met zijn analytische blik, zijn (soms irritante) relativeringsvermogen en zijn drive om uit elke situatie het beste te halen. Met zijn humor, sarcasme en zijn zwak voor orgels en mooie auto's. Ik ben er trots op en dankbaar voor dat hij míjn man is. Ik hou van hem.
Te hard gebeden? Misschien wel. God heeft ons aan elkaar gegeven, zo ervaren we dat echt. En die bladzijde uit mijn dagboek? Die bewaar ik als bewijs dat sommige dromen uitkomen!
