Heb ik nu wijn in huis...?
Bijgewerkt op: 22 mei 2020
Daar kan ik kort over zijn: ja, ik heb wijn in de kast staan. Dat kan inmiddels weer. Alleen is het niet meer voor mij, maar voor familie, vrienden en anderen die we in ons huis ontvangen. Ik gun hen een goed glas wijn tijdens een gezellige avond met fijne gesprekken.
Waar ik vroeger tot op de druppel bijhield hoeveel wijn er in huis was, ben ik daar nu niet meer mee bezig. Ik zou eerlijk gezegd niet eens weten wat er precies in de voorraadkast staat. Meestal check ik voor een verjaardag of etentje met vrienden even of er nog genoeg 'rood en wit' staat.
Dat was een ander verhaal toen ik net gestopt was met drinken. Onder het motto 'als je het doet, moet je het goed doen', heb ik alle alcohol die in huis was, door de gootsteen gespoeld. Ook die ene fles whiskey van 80 euro... (heb ik later overigens wel goedgemaakt...!).
Ik kon lange tijd geen wijn zien en wilde het onder geen beding in huis hebben. Ook andere alcoholische dranken bleven buiten de deur. Ik was doodsbang om in een zwak moment terug te vallen, als de fles voor het grijpen stond. Gelukkig geeft mijn man niets om wijn of sterke drank. Hij drinkt heel af en toe een glas whiskey met vrienden, maar heeft er verder geen behoefte aan. Dat maakt het herstel voor mij gemakkelijker, omdat ik thuis nauwelijks met drank geconfronteerd word.
De eerste periode van mijn droge leven heb ik geen fles aangeraakt. Ik kocht wel wijn als we bezoek kregen, maar zette die dan zo snel mogelijk weg. Met mijn man sprak ik af dat hij de glazen zou inschenken en op tafel zetten. Dan hoefde ik me daar niet druk om te maken. Aan het einde van de avond kiepte ik, met mijn neus dicht, alle restjes door de gootsteen, die ik vervolgens grondig naspoelde met water. De geur van wijn riep teveel gemengde gevoelens op.
Pas veel, veel later durfde ik voor het eerst weer zelf een fles te ontkurken en een glas wijn voor iemand in te schenken. Dat was een vreemde ervaring.
Het openen van een nieuwe fles was tijdens mijn verslaving een soort ritueel, dat gepaard ging met de heerlijke belofte van rust en ontspanning.
Tegelijk was er op die momenten altijd een stille vrees in mijn hart. Een duidelijk besef dat dit niet paste binnen Gods bedoeling met mijn leven. Die gevoelens schoof ik vervolgens maar snel terzijde.
Het inschenken van dat eerste glas voor iemand anders was goed en ook minder moeilijk dan ik gedacht had. In stilte dankte ik Jezus voor Zijn nabijheid en overwinningskracht op dat moment. Tegenwoordig schenk ik zelf de drankjes weer in. Natuurlijk blijven mijn gedachten dan toch vaak even hangen bij de wijn, en bij het feit dat ik die niet meer kan drinken. Maar dwars daardoorheen borrelt de dankbaarheid, dat ik geen slaaf meer ben van deze afgod. Omdat het bolwerk van mijn alcoholverslaving door Jezus is afgebroken.
'Drink wijn met een vrolijk hart', staat in Prediker 9:7. Een gedeelte dat gaat over genieten van de goede dingen in het leven. Juist daarom schenk ik weer wijn in voor vrienden en voor anderen, die op een gezonde en sociale manier met alcohol om kunnen gaan. Dat ik dat niet kan, is geen reden om het een ander, die geen alcoholist is, te misgunnen.
Soms roept het inschenken van wijn nog gemengde gevoelens op. Als ik moe ben, of niet lekker in mijn vel zit, bijvoorbeeld. Maar ik heb geleerd dat ik die gevoelens voorbij kan laten gaan. Ze duren maar even. Ik dank de Heer voor dit proces, waarin Hij mij keer op keer de kracht geeft om nieuwe stappen te maken in de uitdagingen van dit droge leven.
