top of page

Spreuken-31-vrouw...?!

Bijgewerkt op: 22 mei 2020

De negende stap:

Ik probeer het goed te maken met de mensen die mij dierbaar zijn.


O ja, ik heb wel iets goed te maken. Want hoewel niemand van mijn alcoholverslaving afwist, heeft die wel degelijk effect op mijn naasten gehad. Waar ik zonder drank al heel goed oude koeien uit de sloot kan halen tijdens een echtelijke twist, kon ik dat met drank op nog vele malen beter. Een excuus vinden om sociale verplichtingen te ontlopen, was na een paar wijntjes geen enkel probleem. En even een spelletje doen met de kinderen? Meestal geen zin in. Kon me trouwens toch niet concentreren.

Tot zover de biecht.


De beste manier om het goed te maken met mijn geliefde naasten, is om het anders te doen. Om me in mijn droge dagelijks leven bewust te zijn dat ik ook gewoon mijn mond kan houden. Oude koeien zijn taai en hoeven niet meer opgedregd te worden. Sociale verplichtingen horen nu eenmaal bij het leven. Kunnen nog best gezellig zijn ook. Daar mag ik gedoseerd mee omgaan en prioriteiten in stellen. Zodat ik recht doe aan de ander én aan mijzelf.


En dat spelletje? Daar maak ik gewoon tijd voor. Al frustreert het me dat ik een potje Scrabble nog steeds niet kan winnen...

Mijn nieuwe, droge 'ik' had goede voornemens. Zonder drank zou ik het beter doen. Zou ik een ware Spreuken-31-vrouw worden, die voorziet in alle behoeften van haar gezin. Onvermoeibaar. Wijs. Vriendelijk. Altijd bezig. Meer waard dan edelstenen.

Ken je haar? Zo'n vrouw die op Insta staat met haar keurig geklede en gekamde gezin, haar uitdagende baan, haar verrassende creabea-uitspattingen en haar boeiende vrijwilligerswerk. Ze verstuurt (op tijd!) kaarten naar familie en zieke gemeenteleden, volgt een cursus geloofsopvoeding en houdt en passent haar vlekkeloze huis stofvrij. En, o ja, ze staat elke dag om 5 uur op voor haar stille tijd en haar hardlooprondje, afgetopt met een groene smoothie als ontbijt.

Waarom word ik toch zo altijd zo kriegel als ik dit hoofdstuk lees?


Zondagmorgen stond ik in het muziekteam te oefenen voor de kerkdienst, toen om half tien mijn dierbare zonen naar binnen stuiterden. Bij de kerk gedropt door manlief, die zijn muzikale gaven op een naburig kerkorgel mocht inzetten. (Tsja, wij zijn van vele kerkelijke markten thuis...) De heren vinden het wel jofel, zo'n bijna lege kerk en een moeder, die met belangrijker zaken bezig is. Tijdens het intro van een ingetogen lied klimmen ze over enkele rijen stoelen en beginnen een ter plekke bedacht tikspel. Gelukkig heb ik een microfoon in mijn handen, waardoor ik zoetgevooisd kan prevelen: 'komen jullie even zitten, jongens?' Zoon 2, wiens oren niet op 'stand mama' staan, rent hinnikend tussen een rij stoelen door. Zoon 1 werpt alleen een blik over zijn schouder en zet dan onverstoord de achtervolging in, mijn moederlijk gezag compleet negerend.


Met bliksemende ogen probeer ik de heren alsnog te bereiken, maar helaas. Tijdens het zingen houd ik ze in de gaten, tot er aan het einde van het lied eindelijk één binnen handbereik komt, die ik bij zijn kladden pak. 'Zitten! Nu!' Zonder microfoon deze keer, maar overduidelijk. Weg Spreuken-31-vrouw met haar wijze woorden en haar immer vriendelijke toon. Zelfs in de kerk, onder het naspel van een Sela-lied kan ik niet in haar schaduw staan. En dan moet de dienst nog beginnen... Vergeef mij, Heer. (En sorry, jongens, als ik te hard heb geknepen. Maar lúister dan ook gewoon!)


Als tijdens de dienst het voorbereide lied opnieuw voorbij komt, is de rust weergekeerd, zowel in de kerkzaal als in mijn hart. De woorden raken mijn berouwvolle ziel als frisse waterdruppels:


'U deelt met mij de maaltijd, reikt mij verzoening aan.

Uw liefde is nog groter dan de schuld, die is voldaan.

U toont mij Uw genade, die werkzaam is in mij.

Door de kracht van Uw genade ben ik vrij!'


Gods genade is werkzaam in mij. Zijn Heilige Geest woont in mij. Ik kan de effecten van mijn drankverleden niet goedmaken door een betere versie van mijzelf proberen te zijn. Ik kan alleen maar elke dag vragen om liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, hulpvaardigheid en zelfbeheersing. En vertrouwen dat God die vrucht van de Geest steeds meer wil uitwerken in mijn leven. Ondanks mijn karakter en mijn zwakheden. Of als ik toch weer een keertje uit mijn stekker ben gegaan.


Kom ik toch weer terug bij die Spreuken-31-vrouw. Aan het slot van de hele kwaliteitenriedel wordt namelijk haar belangrijkste eigenschap genoemd: een diep ontzag voor de Heer.

En dat maakt mij dan weer niet kriegel. Alleen maar verlangend.

Om steeds dichter bij Hem te mogen zijn.













Reageren? Dat kan ook anoniem!

Meer blogposts uit deze categorie:

bottom of page